Het lijkt erop dat Kodak’s belofte uit 1888 “You press the button, we do the rest” eindelijk in vervulling is gegaan.
Dat roept de vraag op: Gaan smartphones de camera’s helemaal vervangen?
Om die vraag te beantwoorden is het goed om de voordelen van smartphones af te zetten tegen de beperkingen. Al was het maar om wat tegenwicht bieden aan de hoera-stemming die de laatste tijd nogal vaak hoorbaar is. Er zijn namelijk best wat beperkingen. Beperkingen die vooral voortkomen uit de relatief sensor, lenzen en software.
De kwaliteit van de lenzen is niet hetzelfde als bij grote camera’s. Ze komen zelfs niet in de buurt. De foto’s van smartphones zijn niet zo scherp en gedetailleerd als die van grote camera’s. Dat neemt niet weg dat ze voor het vastleggen van alledaagse herinneringen en het maken van kleine afdrukken of het delen op sociale media voldoende zijn. Het kwaliteitsverlies merk je pas echt als je de foto’s op een groot beeldscherm bekijkt, flink bijsnijdt of groot afdrukt.
De standaard lens van smartphones is een groothoeklens. Dat is een lens met een brede beeldhoek. Je ziet veel, waardoor alles klein in beeld staat. Kleiner dan wij het waarnemen met onze eigen ogen.
Om het onderwerp groot genoeg in beeld te krijgen zoomt iedereen ook in. Maar zoomen met de vingers leidt tot kwaliteitsverlies. Hoe meer je zoomt des te meer de foto blokkerig en onscherp oogt. Vinger zoomen kan je beter vergeten. Wat wel kan is overschakelen naar een andere lens. Gelukkig hebben steeds meer smartphones een extra lens die alles wat groter in beeld zet.
Smartphone hebben een kleine sensor. Kleine sensoren vangen echter minder licht dan grote. Smartphones maken overdag best wel aardige foto’s als er veel licht is. Maar hebben moeite nog acceptabele foto's te maken als er weinig licht is, zoals 's avonds en binnenshuis. Dan raken ze snel bewogen en worden korrelig en onscherp.
Kleine sensoren hebben ook minder ruimte voor beeldpunten. Daardoor kunnen ze minder details vastleggen dan een camera met een grote sensor. Zolang je de foto klein houdt is het verschil niet of nauwelijks zichtbaar. Maar als je zoomt met je vingers of de foto achteraf bijsnijdt wordt het snel zichtbaar.
De combinatie van lenzen van mindere kwaliteit en de kleine sensoren met relatief weinig beeldpunten, levert beelden op die niet half zo scherp zijn als die van camera’s. Dat wordt door de software van de smartphone opgelost door de foto’s flink te verscherpen. Te veel. Het oogt al snel wat vreemd scherp. En omdat dat bij close-up portretten niet erg flatteus is, wordt de huid daarna vaak weer zacht en glad gemaakt. Te zacht en glad. Het botox-effect.
De combinatie van groothoeklens en kleine sensor maakt dat je met de smartphone nooit de onscherpe achtergronden kan krijgen die je van grote camera’s misschien kent. Alleen als je het onderwerp heel dicht op de huid zit lukt het. Om deze beperking aan te pakken bieden steeds meer smartphones een portret modus. Dan wordt de achtergrond softwarematig onscherp gemaakt. Soms gaat dat goed, soms niet. Helaas oogt het vrijwel altijd onnatuurlijk.
Daarentegen zijn smartphones kampioen in het maken van alles scherp foto’s. Handig bij landschappen en stadsgezichten. Lastig bij veel andere plaatjes. Alles scherp betekent dat naast het onderwerp ook allerlei andere dingen scherp in beeld komen. Dat lijkt misschien niet zo belangrijk, maar is het in de praktijk wel. Het zorgt al snel voor een druk en rommelig beeld. Niet echt fraai.
Ondanks de lange lijst met beperkingen zullen de komende jaren steeds meer mensen hun smartphone gaan gebruiken om al hun foto’s te maken. Voor velen wegen de voordelen zwaarder dan de nadelen. Maar zolang de kwaliteit nog achterblijft bij de camera’s zullen sommige hobbyisten en veel professionals altijd nog camera’s willen gebruiken.
Maar er is meer. Als je weet hoe een camera werkt, kan je iedere scène zo weergeven als je wil. Dan ben je niet afhankelijk van de suffe beperkingen en dominante algoritmen van de smartphone.
Fotografie gaat niet alleen over het vastleggen van de werkelijkheid, het gaat ook over het vertellen van verhalen. En om dat te doen vertrouwen fotografen liever op de creatieve vrijheid die ze krijgen van een camera met een breed scala aan instellingen. En een keur aan lenzen.